Blog Post

Wasbaar luieren op de opvang

  • door Femke
  • 18 sep, 2020
Mijn dochter is een aantal weken geleden voor het eerst begonnen op de opvang. We zijn specifiek op zoek gegaan naar een meer natuurlijke opvang en ik ben, als wasbaar luierconsulente, dan ook super blij dat ze wasbare luiers willen gebruiken. In deze blog vertel ik je graag meer over wat je allemaal nodig hebt als je wasbare luiers mee wilt geven naar de opvang.
Wasbare luiers
Duh... zul je denken, want natuurlijk heb je wasbare luiers nodig als je ze mee wilt geven naar de opvang, maar wat, welke, hoeveel... Welke luiers je meegeeft, is ontzettend afhankelijk van wat de medewerkers van de opvang het fijnst vinden werken. Hoe fijner zij de luiers vinden, hoe groter de kans is dat ze er mee willen werken. Vraag na of ze al ervaring hebben met een bepaald merk of soort luier en schaf hier genoeg van aan voor de dagen dat je kind naar de opvang gaat. Eventueel kun je ook een aantal verschillende luiers kopen of huren en deze uit laten proberen door de opvang. Of geef jouw favoriete luier of systeem mee. Zorg dat de luier voldoende absorbeert om het 3 a 4 uur vol te houden. Voor een hele dag opvang geef je 5 a 6 wasbare luiers mee. Ik maak ze van tevoren helemaal klaar, dus de medewerkers hoeven niet een aparte inlegger bij een overbroekje te zoeken. Ik zorg dat het kant-en-klare pakketjes zijn, bestaande uit een overbroekje + inlegger (of ander systeem wat je gebruikt) met een wegwerp inlegvel er bovenop. Dit betekent dat als je gebruik maakt van een overbroekje + inlegger of voorgevormde luier dat je meer overbroekjes zult moeten kopen dan als je de wasbare luiers thuis gebruikt (thuis kun je de overbroekjes een aantal keer hergebruiken voordat je ze in de was gooit). 
Wasbare billendoekjes
Wil je dat de opvang ook gebruik maakt van wasbare billendoekjes, geef deze dan in overleg nat of droog mee. Zorg dat je genoeg billendoekjes mee geeft en dat ze makkelijk te pakken zijn voor de medewerkers op de opvang.
Een pod en wetbags
Ik geef de schone luiers mee in een pod (zie eerste afbeelding). Dit is een etui in grootformaat. In een pod passen perfect 5 a 6 luiers, met een handige lus en de luiers blijven netjes zitten. Je kunt ze ook in een tas meegeven of in een wetbag. Per kind heb je maar één pod nodig, aangezien ze niet vies worden of gewassen hoeven te worden.

Er is ook een minipod verkrijgbaar. Deze kan handig zijn om je droge billendoekjes in mee te geven (voor natte spullen zijn deze helaas niet geschikt), een speen, de billencreme of andere kleine artikelen. 

Je hebt ook iets nodig om de vieze luiers in te doen. Ik gebruik daarvoor een wetbag. Deze is gemaakt van hetzelfde materiaal als de overbroekjes en is daardoor zo goed als waterdicht. Voor elke dag dat je kind naar de opvang gaat, heb je er één, dus twee wetbags als je kind twee dagen gaan en drie wetbags als je kind 3 dagen gaat enz. Er zijn ook varianten te verkrijgen met twee ritsen, dan kun je in de ene kant de schone wasbare luiers doen en in de andere kant de vieze luiers. Zorg dat je een wetbag hebt die groot genoeg is om 5 a 6 luiers in te doen. 
Instructies
Zorg dat de opvang weet hoe de luier aan moet, om lekkage te voorkomen. Doe het eens voor of geef tips als de luier niet goed aan zit. Als de opvang nog geen of weinig ervaring heeft met wasbare luiers, dan kan het fijn zijn om een instructiekaart mee te geven of achter te laten op de opvang. Op een instructiekaart staat duidelijk beschreven hoe de luier moet zitten en waar je op moet letten bij het aandoen. De instructiekaart is niet alleen handig op de opvang, maar ook voor opa's/oma's, vrienden/vriendinnen of anderen die eens op je kind passen en geen ervaring hebben met wasbare luiers.
Tips!
  • Vraag voordat je je kind inschrijft bij de opvang na of ze met wasbare luiers willen werken. Zo voorkom je teleurstelling.
  • Vraag of de opvang al ervaring heeft met een soort merk of systeem luier en schaf deze aan als luiers voor de opvang. Koop eventueel een aantal verschillende luiers en laat deze uitproberen door de opvang. Of geef jouw favoriete luier / systeem mee.
  • Zorg dat de luier / het systeem dat je meegeeft zo lekvrij mogelijk is en voldoende absorbeert om 3 a 4 uur vol te houden.
  • Geef elke opvangdag 5 a 6 wasbare luiers mee.
  • Zorg dat je kant-en-klare pakketjes luiers meegeeft, bestaande uit een overbroekje + inlegger (of ander systeem) met inlegvel. 
  • Geef de luiers mee in een pod, tas of wetbag (met twee ritsen). Gebruik een minipod, kleine wetbag of bakje voor (droge/natte) billendoekjes, de billencreme of andere kleine accessoires.
  • Geef voor elke dag dat je kind naar de opvang gaat een wetbag mee voor de vieze luiers.
  • Doe een instructiekaart in de tas of laat deze achter bij de opvang, waarop duidelijk wordt beschreven hoe de luier aan moet worden gedaan en waar zij op moeten letten.
door Femke 12 september 2019
Je loopt met je kind in de supermarkt. Hij wilt een bepaalt snoepje en dat mag niet van jou. Vervolgens krijgt je kind vanuit het niets een enorme driftbui. Je bent overdonderd en weet even niet hoe je hiermee om moet gaan. 

Driftbuien zijn, net als bijten, een uiting van emoties en behoeften. Emoties en behoeften waar zij nog maar moeilijk mee om kunnen gaan en door een tekort aan taal onvoldoende kunnen uiten. Driftbuien zijn dan ook een onderdeel van de normale ontwikkeling op weg naar de groei tot volwassenheid. Het lastige aan driftbuien is dat ze vaak voorkomen op momenten dat je het net niet kunt gebruiken, bijvoorbeeld als je moe bent, ergens heen moet of in de supermarkt staat. Een deel van de driftbuien is te voorkomen door te zorgen dat jij en je kind uitgerust zijn, het niet al te druk is op een dag en door duidelijk te zijn, regels te stellen en deze consequent toe te passen. Probeer op de andere momenten te denk aan deze tips.

1. Blijf kalm
Je kind is overweldigd door emoties en heeft het even moeilijk. Het beste wat je kunt doen is zelf rustig blijven. Door verdrietig, boos of afkeurend te reageren, wordt het niet beter en soms alleen maar erger. Je kind doet dit niet om jou te pesten, maar hij heeft je nodig om hem te helpen zijn emoties te reguleren. Dit kun je het beste doen door zelf kalm te blijven.

2. Het is niet persoonlijk
Je kind kan tijdens een driftbui van alles zeggen: "Jij bent stom", "Ik hou niet meer van jou" en "Ik mag ook nooit iets". Of in het ergste geval zeggen ze iets in de trant van: "Dit is kindermishandeling", terwijl de rest van de supermarkt mee staat te luisteren. Niet erg fijn natuurlijk, maar weet dat je kind spreekt vanuit emotie. Ook al zegt je kind zulke dingen, hij meent het niet en heeft er achteraf spijt van (ook al vindt hij het nog waarschijnlijk moeilijk om echt sorry te zeggen). Het helpt niet om je deze woorden aan te trekken. Ga op een rustig moment met je kind in gesprek aan laat weten dat jij het niet fijn vindt om deze woorden te horen.
door Femke 11 september 2019

Je bent in gesprek met een andere ouder, let even niet op en hebt alweer een rij tanden in je arm staan. Je voelt de boze gevoelens al in je opborrelen en voelt dat je kind een grens overgaat. Nu ben je er klaar mee! 

Haal diep adem en de lees de volgende vijf tips over hoe je ermee om kunt gaan als je kind jou bijt. 

 

1. Het is een fase

In bepaalde levensfases hoort bijten bij de normale ontwikkeling. Tussen de twee en vier jaar komt bijtgedrag, net als slaan, regelmatig voor (meestal met een piek rond de drie jaar oud). Dit betekent niet dat het gewenst is, maar wel dat je het kunt verwachten. Acceptatie is dan ook je beste vriend. Het maakt namelijk onderdeel uit van de ontwikkeling van je kind. Je kind is nog niet goed in staat om zijn emoties te reguleren en uit dit op een, voor ons, vreemde manier. Je kunt je kind op de volgende manieren helpen.


2. Voorkom dat je kind je kan bijten

Ook hier geldt: voorkomen is beter dan genezen. Meestal heeft je kind je al een aantal keer gebeten, voordat het echt een probleem aan het worden is. Misschien heb je al gemerkt dat je kind het alleen op bepaalde momenten doet en misschien zie of voel je het zelfs al aan komen.

Het is niet oké als je kind zichzelf, anderen of zijn omgeving pijn doet. Wilt je kind je bijten, houdt hem of haar tegen en zeg: “Ik ga je helpen, want je mag anderen niet bijten”. Natuurlijk is het beter om het te voorkomen door op tijd te reageren op zijn behoefte of een alternatief te bieden. Wil je er iets aan doen, dan is het wel belangrijk om te weten waar het gedrag vandaan komt.

door Femke 1 september 2019

Bij inbakeren wordt een baby van de schouders tot aan de voeten in een doek gezwachteld of ingebakerd in een speciale inbakerdoek. De reden dat ouders hun baby inbakeren of dit geadviseerd krijgen, is omdat kinderen hierdoor beter slapen, minder onrustig zijn en minder huilen. Ze leren zich hierdoor makkelijker aan de slaap overgeven en kunnen geen onwillekeurige bewegingen maken met hun armen. Klinkt positief toch? Toch is inbakeren niet iets wat ik iemand zo snel zou adviseren, omdat dit niet strookt met mijn visie vanuit natuurlijk ouderschap. Hieronder vertel ik je daar meer over. Daarnaast ben ik van mening dat er andere mogelijkheden zijn om je kind te helpen met slapen.  

 

Even in het kort, natuurlijk ouderschap is een opvoedvisie die niet uit gaat van regels maar van richtlijnen. Elke ouder kiest wat hij of zij toepast in zijn gezin. Alle richtlijnen zijn gebaseerd op natuurlijk gedrag / hoe de natuur het bedoeld heeft en heeft als doel het bewerkstelligen van een veilige hechting tussen ouder en kind.  

 

Vanuit deze visie wordt inbakeren gezien als iets onnatuurlijks. Je bootst natuurlijk gedrag na, namelijk het gevoel van de buik tijdens de zwangerschap en twee armen na de zwangerschap, die je kind vasthouden, omringen, je kind beschermen en het daarmee een gevoel van veiligheid geven. Ja ik noem het onnatuurlijk, omdat de inbakerdoek, in tegenstelling tot armen of je zwangere buik, niet meebeweegt met je kind.

 

Beperking bewegingsvrijheid

Niet alle kinderen vinden het fijn om op deze onnatuurlijke manier van hun bewegingsvrijheid te worden beroofd. Het inbakeren kan de eerste dagen gepaard gaan met veel gehuil bij het inbakeren en in slaap vallen. Iets waar je volgens de professionals doorheen ‘moet’. Voor ouders kan dit een reden zijn om niet verder te gaan met inbakeren. Het onnodig laten huilen kan bovendien schadelijk zijn voor je kind en de relatie met je kind.  

 

Bij het gebruik van een inbakerdoek, went je kind aan het in slaap vallen op deze manier. En om het veilig te houden, dien je consequent in te bakeren. Hierdoor moet je ook op andere plekken ervoor zorgen dat het slaapritueel, inclusief inbakeren, zoveel mogelijk lijkt op dat van thuis. Je bent hierdoor minder flexibel om de deur uit te gaan.

 

Inbakeren is overigens maar een korte periode veilig. Als je kind begint te rollen, of eigenlijk net daarvoor, moet je het inbakeren afbouwen. Bij de meeste kinderen is dit het geval tussen de drie en zes maanden oud. Wanneer je kind zich in zijn slaap om zou rollen, dan heeft hij door de inbakerdoek zijn armen niet vrij om zijn hoofd omhoog te drukken of zich terug te rollen naar zijn rug. Aangezien het kind door het matras moeilijker kan ademen, zou het kind hierdoor kunnen stikken. Het wordt dan ook geadviseerd om inbakeren tijdig af te bouwen; zo tussen de vier en uiterlijk bij zes maanden oud.  

Meer posts
Share by: