Bij inbakeren wordt een baby van de schouders tot aan de voeten in een doek gezwachteld of ingebakerd in een speciale inbakerdoek. De reden dat ouders hun baby inbakeren of dit geadviseerd krijgen, is omdat kinderen hierdoor beter slapen, minder onrustig zijn en minder huilen. Ze leren zich hierdoor makkelijker aan de slaap overgeven en kunnen geen onwillekeurige bewegingen maken met hun armen. Klinkt positief toch? Toch is inbakeren niet iets wat ik iemand zo snel zou adviseren, omdat dit niet strookt met mijn visie vanuit natuurlijk ouderschap. Hieronder vertel ik je daar meer over. Daarnaast ben ik van mening dat er andere mogelijkheden zijn om je kind te helpen met slapen.
Even in het kort, natuurlijk ouderschap is een opvoedvisie die niet uit gaat van regels maar van richtlijnen. Elke ouder kiest wat hij of zij toepast in zijn gezin. Alle richtlijnen zijn gebaseerd op natuurlijk gedrag / hoe de natuur het bedoeld heeft en heeft als doel het bewerkstelligen van een veilige hechting tussen ouder en kind.
Vanuit deze visie wordt inbakeren gezien als iets onnatuurlijks. Je bootst natuurlijk gedrag na, namelijk het gevoel van de buik tijdens de zwangerschap en twee armen na de zwangerschap, die je kind vasthouden, omringen, je kind beschermen en het daarmee een gevoel van veiligheid geven. Ja ik noem het onnatuurlijk, omdat de inbakerdoek, in tegenstelling tot armen of je zwangere buik, niet meebeweegt met je kind.
Beperking bewegingsvrijheid
Niet alle kinderen vinden het fijn om op deze onnatuurlijke manier van hun bewegingsvrijheid te worden beroofd. Het inbakeren kan de eerste dagen gepaard gaan met veel gehuil bij het inbakeren en in slaap vallen. Iets waar je volgens de professionals doorheen ‘moet’. Voor ouders kan dit een reden zijn om niet verder te gaan met inbakeren. Het onnodig laten huilen kan bovendien schadelijk zijn voor je kind en de relatie met je kind.
Bij het gebruik van een inbakerdoek, went je kind aan het in slaap vallen op deze manier. En om het veilig te houden, dien je consequent in te bakeren. Hierdoor moet je ook op andere plekken ervoor zorgen dat het slaapritueel, inclusief inbakeren, zoveel mogelijk lijkt op dat van thuis. Je bent hierdoor minder flexibel om de deur uit te gaan.
Inbakeren is overigens maar een korte periode veilig. Als je kind begint te rollen, of eigenlijk net daarvoor, moet je het inbakeren afbouwen. Bij de meeste kinderen is dit het geval tussen de drie en zes maanden oud. Wanneer je kind zich in zijn slaap om zou rollen, dan heeft hij door de inbakerdoek zijn armen niet vrij om zijn hoofd omhoog te drukken of zich terug te rollen naar zijn rug. Aangezien het kind door het matras moeilijker kan ademen, zou het kind hierdoor kunnen stikken. Het wordt dan ook geadviseerd om inbakeren tijdig af te bouwen; zo tussen de vier en uiterlijk bij zes maanden oud.
Dat afleren kan nog een heel gedoe zijn, omdat het kind gewend is om op deze manier in slaap te vallen. Voor sommige kinderen werkt het om eerst de ene arm uit de inbakerdoek te laten en vervolgens de andere arm. Maar hoe je het ook went of keert, je kind blijft ook na de inbakerdoek behoefte houden aan het gevoel van veiligheid en geborgenheid, die niet langer door de inbakerdoek vervult kan worden.
Minder hongersignalen
Een nadeel van de inbakerdoek is dat je vroege hongersignalen kunt missen.
Doordat de armen (strak) tegen het lichaam liggen, kan het kind zich niet vrijuit bewegen. Eén van de manieren waarop het kind duidelijk maakt dat hij of zij honger heeft, is door te gaan bewegen. Ze bewegen hun armen, bewegen hun hoofd van links naar rechts, sabbelen op de vuisten en ‘kruipen’ richting de borst.
Wist je dat…
Een kind vanaf de geboorte in staat is om te ‘kruipen’ en zich vanaf de vagina toe te werken naar de borst om daar voor het eerst aan te happen en zijn honger te stillen.
Je kunt je voorstellen dat dit in het geval van inbakeren niet kan. Hierdoor kan het zijn dat je de vroege hongersignalen mist en pas in de gaten krijgt dat je kind honger heeft als hij of zij gaat huilen. Huilen kost onnodig veel energie die je kind beter kan besteden aan zich warm houden en groeien. Het is daarom beter om zo vroeg mogelijk te reageren en je kind de borst of de fles te geven.
Inbakeren zorgt er tevens voor dat je kind minder hongersignalen laat zien. Er zit daardoor dus meer tijd tussen voedingen. Dit kan fijn zijn voor je nachtrust, maar nachtvoedingen zijn nog zo belangrijk voor de stabiliteit van de bloedsuikerspiegel en de groei van je kind. In de nacht worden de meeste groeihormonen aangemaakt en daarvoor is energie nodig.
Alleen slapen
Bij inbakeren wordt een kind vaak in eigen bed gelegd, in een andere ruimte dan waar de ouder is, om prikkels te verminderen en daardoor het kind beter te laten slapen. Vanuit de visie van natuurlijk ouderschap ben ik echter van mening dat de beste plaats voor een baby zo dicht mogelijk bij de moeder is. Mensen zijn van nature dragers. Zij zijn gemaakt hun hulpeloze kind te dragen en dichtbij zich te houden, zodat ze makkelijk op elk signaal kunnen reageren en het kind kunnen voeden wanneer hij dat nodig heeft. Dit is een van de redenen waarom ik promoot om samen te slapen.
Juist bij samen slapen wordt het gebruik van inbakeren afgeraden. Bij samen slapen reageert de moeder namelijk op subtiele signalen van het kind. Doordat je kind door de inbakerdoek minder goed in staat is om te bewegen en zich uit te drukken, wordt het samenspel tussen moeder en kind belemmert, waardoor het onveilig wordt om samen te slapen.
Wat dan wel…
Handig dus een inbakerdoek. Het zorgt voor een rustige baby die fijn slaapt, minder met zijn armen slaat en minder huilt. Maar je moet het wel aanleren, afleren en je kunt daardoor signalen missen. Inbakeren wordt afgeraden wanneer je kind kan rollen, het kind bij jou in bed ligt, het kind koorts heeft, het kind een ziekte heeft of problemen zoals luchtweginfecties, heupdysplasie of scoliose. Je kind mag niet ingebakerd worden als je kind in de afgelopen 24 uur een vaccinatie heeft gehad. Inbakeren is bovendien alleen veilig wanneer je op de juiste manier inbakert, op advies en onder begeleiding van een professional.
Door je kind vast te houden bij het in slaap vallen, huilt hij minder, valt hij rustiger in slaap en voelt hij zich veiliger. Aanraking bevordert de aanmaak van oxytocine, wat een kalmerend effect heeft en cortisol (het stresshormoon) tegenwerkt. Niet alleen je kind gaat oxytocine aanmaken maar jij als ouder ook. Deze aanmaak bevordert de band tussen jullie, die we ook wel gehechtheid noemen. Een veilige gehechtheid is belangrijk voor een optimale geestelijke, lichamelijke en emotionele ontwikkeling van je kind. Aanraking bevordert bovendien de aanmaak van cellen en helpt bij de hersenontwikkeling.
Door je kind ook na het in slaap vallen dicht bij je te houden, bijvoorbeeld bij je op de arm, in een bed / box of op een matras bij je in de buurt of naast je in bed, ben je in staat om je kind in de gaten te houden. Zo blijft je kind veilig en kan hij niet ongezien naar zijn buik draaien. Je kunt bovendien snel en op de meest subtiele signalen reageren, waardoor je kind niet onnodig hoeft te huilen. En als laatste, is er toch niets fijners om naar een slapend kind te kijken.
Heb je last van een onrustige of huilende baby, ga dan eerst na of er geen sprake is van natuurlijk gedrag. Pasgeboren baby’s hebben een natuurlijke behoefte om continu vastgehouden te worden, elk uur of zelfs meerdere keer per uur te worden gevoed en in slaap te worden geborst, gewiegd of gezongen. Blijft je kind alsnog erg huilerig of onrustig, probeer dan lichamelijke oorzaken uit te sluiten, zoals buikkrampen, allergieën of reflux. Kom je er niet zelf uit, zoek dan een professional die je hier bij kan helpen en die je ondersteund totdat jullie samen een oorzaak hebben gevonden.
In één van de volgende blogs vertel ik je meer over hoe je ervoor kunt zorgen dat je kind beter slaapt, zonder dat inbakeren of slaaptraining nodig is.